Vanaf 01/01/2025: hervorming van de investeringsaftrek.

De investeringsaftrek is een belangrijke fiscale regeling in België die bedrijven aanmoedigt om te investeren in hun infrastructuur en technologieën. Maar vanaf 01/01/2025 wordt deze aftrek hervormd. Wat kan je verwachten? En wat zijn de belangrijkste veranderingen? We leggen het je graag uit.

De investeringsaftrek is een fiscaal voordeel waarbij een bepaald percentage van de aanschaffings- of beleggingswaarde van de investeringen, uitgevoerd tijdens het belastbaar tijdperk, wordt afgetrokken van de belastbare winst. Eenmanszaken, kleine en grote vennootschappen die winsten ontvangen uit een industriële, commerciële of landbouwactiviteit kunnen genieten van deze aftrek. Daarnaast komen ook beoefenaars van vrije beroepen en vzw’s onderworpen aan de vennootschapsbelasting hiervoor in aanmerking. 

Algemeen kunnen we zeggen dat jouw onderneming in aanmerking komt voor de investeringsaftrek als het gaat om investeringen van (im)materiële vaste activa die in nieuwe staat zijn verkregen of tot stand zijn gebracht. Daarbovenop moet deze activa uitsluitend voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid in België worden gebruikt én moet je ze minstens over 3 jaar kunnen afschrijven.

Tot op heden zijn er twee soorten investeringsaftrekken:

Voor investeringen die in 2024 worden uitgevoerd (aanslagjaar 2025), bedraagt de investeringsaftrek een basisaftrek van 8%, die in sommige gevallen kan worden verhoogd tot 12,5% bij gespreide aftrekken. Deze basisaftrek is uitsluitend van toepassing op ondernemers die voldoen aan de fiscale definitie van een kleine onderneming. Daarnaast zijn er verschillende specifieke aftrekken voor deze ondernemers:

 

Er zijn ook verschillende verhoogde aftrekken die grote ondernemingen kunnen toepassen, zoals:

Tot slot zijn er specifieke aftrekken voor vennootschappen die investeren in bepaalde sectoren, zoals:

Vanaf 1 januari 2025 zullen de regels voor de investeringsaftrek aanzienlijk veranderen. De hervorming richt zich op het vereenvoudigen van de regeling, het bevorderen van duurzaamheid en digitalisering, en het verbeteren van de effectiviteit van de aftrekken.

De belangrijkste veranderingen zijn als volgt:

Kleine ondernemingen kunnen blijven rekenen op een basisaftrek, maar de regels worden eenvoudiger. Zo verhoogt de basisaftrek van 8% naar 10%. Voor investeringen in digitale technologieën zoals software, boekhoudsystemen en IT-apparatuur geldt een verhoogde aftrek van 20%. Dit biedt extra steun voor bedrijven die willen investeren in digitalisering, wat tegenwoordig van cruciaal belang is voor efficiëntie en groei.

De hervorming introduceert de thematische aftrek, die gericht is op bedrijven die investeren in bepaalde duurzame thema’s. Deze thema’s zijn onder meer:

Voor kleine ondernemingen die in deze gebieden investeren, kan de aftrek oplopen tot 40% van de investering, terwijl grote ondernemingen recht hebben op een aftrek van 30%. Dit vormt een stimulans voor bedrijven om duurzame en innovatieve investeringen te doen, wat in lijn is met de bredere doelstellingen van de Europese Green Deal en de Belgische klimaatacties.

Investeringen die in aanmerking komen voor de thematische aftrek moeten voldoen aan de voorwaarden die elk jaar worden vastgesteld in een Koninklijk Besluit (KB). Dit KB wordt om de drie jaar geactualiseerd, zodat het altijd in lijn is met de nieuwste technologische en milieunormen.

Tot slot voert men de technologieaftrek in voor investeringen in octrooien en technologieën die de ecologische impact verminderen. Dit is de enige aftrek waarbij er de keuze is tussen een éénmalige of gespreide aftrek. De aftrek is 13,5% voor reguliere octrooi-investeringen en kan oplopen tot 20,5% bij gespreide aftrekken. Deze regeling blijft een belangrijk voordeel voor bedrijven die in innovatie en technologie investeren, vooral als het gaat om het ontwikkelen van milieuvriendelijke producten of processen.

Een belangrijke overgangsmaatregel is dat bedrijven die vóór 2025 investeren, nog steeds onder de oude regeling vallen. Dit betekent dat bedrijven die investeringen plannen vóór het einde van 2024, nog gebruik kunnen maken van de huidige aftrekken. Het kan daarom voordelig zijn om geplande investeringen naar voren te halen om van de oude regeling te profiteren, vooral als de aftrekken voor sommige investeringen nog gunstiger zijn dan de nieuwe regels.

Een andere belangrijke wijziging is dat bedrijven niet langer verschillende aftrekken voor dezelfde investering kunnen combineren. In plaats daarvan moeten ze kiezen voor de aftrek die het voordeligst is voor hun situatie. Dit maakt de planning van investeringen complexer, maar zorgt er wel voor dat de regeling minder administratief belastend wordt.

Het is duidelijk: de hervorming van de investeringsaftrek biedt meer focus op digitalisering en duurzaamheid, terwijl het tegelijkertijd eenvoudiger en overzichtelijker wordt om de aftrekken te gebruiken. Maar let op: je moet goed plannen en de overgangsmaatregelen benutten om het meeste voordeel uit de regeling te halen. Terwijl kleine bedrijven kunnen profiteren van hogere aftrekken voor digitale en duurzame investeringen, moeten grote bedrijven zich voorbereiden op lagere aftrekken en nieuwe voorwaarden.

De verandering is een kans voor bedrijven om in de toekomst verder te groeien, maar ook een uitdaging die de planning en uitvoering van investeringen vergroot. Het is dus belangrijk dat je jezelf goed laat informeren over de nieuwe regels en zo optimaal van de investeringsaftrek kan profiteren.