Eind maart kondigde Minister van Financiën Jan Jambon de versnelde hervorming van de liquidatiereserve aan. Deze wijziging biedt ondernemers de kans om fiscaal voordelig geld uit hun vennootschap te halen, maar het betekent ook dat er keuzes moeten worden gemaakt. In dit artikel leggen we uit wat de liquidatiereserve precies is, welke keuzes de hervorming met zich meebrengt en hoe je als ondernemer optimaal kan profiteren van de nieuwe regeling.
Wat is de liquidatiereserve?
De liquidatiereserve biedt ondernemers een manier om geld uit hun vennootschap te halen tegen een gunstig belastingtarief. In afwachting van de hervorming is de regelgeving als volgt: gewone dividenden worden belast tegen 30%. Als een kmo ervoor kiest om zijn winst van het boekjaar als liquidatiereserve aan te leggen, betaalt men in het jaar van aanleg een anticipatieve heffing van 10%. Na een wachttermijn van vijf jaar kan je de liquidatiereserves fiscaal voordelig als dividend uitkeren met een bijkomende roerende voorheffing van 5% (zo bedraagt de belastingdruk op het uitgekeerde dividend 13,63%). Als de liquidatiereserves worden uitgekeerd in het kader van een vereffening van de vennootschap, is er geen bijkomende roerende voorheffing op deze uitkeringen meer verschuldigd.
Versnelde hervorming: oud vs. nieuwe regime.
Met de geplande versnelde hervorming die vanaf juli 2025 optioneel kan worden toegepast, krijgen ondernemers de keuze tussen het oude en het nieuwe regime. Het nieuwe regime verlaagt de wachttijd – van de voor januari 2026 aangelegde liquidatiereserve – van vijf naar drie jaar, maar verhoogt de roerende voorheffing naar 6,5% in plaats van 5%. Wacht je nog vijf jaar met de uitkering van de voor 1 januari 2026 aangelegde liquidatiereserves, dan blijft de bijkomende roerende voorheffing op de uitkering nog steeds 5%.
Voor de vanaf 1 januari 2026 aangelegde liquidatiereserves is de wachttermijn drie jaar en bedraagt de bijkomende roerende voorheffing bij uitkering na de wachttermijn steeds 6,5%. Dit betekent een lichte stijging in de belastingdruk op de dividenduitkering (15% i.p.v. 13,40%). De belastingheffing op liquidatiereserves die worden uitgekeerd wordt zo in lijn gelegd met het VVPRbis-regime. De uitkering van de liquidatiereserves bij vereffening kan nog steeds zonder bijkomende roerende voorheffing.
Wat deze hervorming extra interessant maakt, is dat bestaande reserves die op 1 juli 2025 al een wachttijd van drie jaar hebben, versneld kunnen worden uitgekeerd met een bijkomende roerende voorheffing van 6,5% op voorwaarde dat de ondernemer ervoor kiest om deze reserves nu al uit te keren. Dit biedt ondernemers de kans om snel te profiteren van de fiscale voordelen van de liquidatiereserve.
Snel reageren… of toch niet?
Als ondernemer heb je nu de kans om snel te reageren op deze wijziging. Door reserves die al drie jaar op de balans staan, nu uit te keren, kan je de oude liquidatiereserves sneller uitkeren maar met een bijkomende roerende voorheffing van 6,5%die versneld liquidatiereserves
Wat kan jij nu doen?
Als ondernemer is het essentieel om goed na te denken over welke optie het beste bij jouw situatie past. Bespreek dit met je vertrouwde PIA-accountant of Advisory-expert, zodat je de juiste beslissing kan nemen: ga je voor het lagere tarief van 5% of kies je voor het nieuwe regime met een kortere wachttijd en een iets hoger belastingtarief van 6,5%? Het juiste moment kiezen kan je flink wat belastingbesparingen opleveren.
Bij PIA Advisory begrijpen we dat het maken van deze keuze niet eenvoudig is. Daarom staan we klaar om je te ondersteunen met persoonlijk advies op maat van jouw situatie. Neem gerust contact met ons op voor meer informatie over de liquidatiereserve of andere fiscale mogelijkheden.
Gerelateerd nieuws
Ontdek al het nieuwsMeer weten over onze diensten?
We helpen je graag verder.
Schrijf je in op onze nieuwsbrief