Fiscaliteit

De hervorming van jouw wettelijk pensioen: een zegen of vloek?

Charlotte Backelandt
11 augustus 2022
"Het wettelijk pensioenbedrag voor zelfstandigen wordt opgetrokken naar 50%”. Een boodschap van de fiscus die maar op matig gejuich werd onthaald. Natuurlijk is dit een goede zaak voor jouw wettelijk minimumpensioen als zelfstandige. Maar het is heel wat minder positief voor jouw aanvullend pensioen. Wat verandert er voor jouw vennootschap en aan de berekening van jouw extralegaal pensioenkapitaal? Lees het hieronder.

Extralegaal pensioenkapitaal of aanvullend pensioen

Al enige tijd kan je als bedrijfsleider jouw vennootschap laten bijdragen tot de aanvulling van jouw wettelijk pensioen. Hierbij stort je een premie groepsverzekering of een premie individuele pensioentoezegging (IPT). Dit heet jouw aanvullend pensioen.

De 80%-regel

Storten voor een extra pensioen vanuit de vennootschap is een goede zaak. Deze premies zijn namelijk aftrekbaar als beroepskost áls je de 80%-regel naleeft. Deze grens van 80% bepaalt dat jouw wettelijk en aanvullend pensioen niet hoger mag zijn dan 80% van jouw laatste normale bruto jaarbezoldiging. Overschrijd je deze grens wel? Dan is jouw gestorte premie niet langer aftrekbaar als beroepskost.

Wettelijk pensioen

Als bedrijfsleider kon je tot eind 2020 jouw wettelijk pensioenbedrag ramen op 25% van de bruto jaarbezoldiging. Voor medewerkers was dit vastgelegd op 50%. Midden 2021 werd beslist om het wettelijk pensioen voor bedrijfsleiders op te trekken naar het niveau van de medewerkers.
Dit lijkt mooi meegenomen, maar is dat ook zo? Stel: je behoudt jouw huidig maximaal berekend aanvullend pensioen en jouw wettelijk pensioen stijgt naar 50%. Dan zal je de 80%-grens onvermijdelijk overschrijden. Jouw gestorte premie zal dus niet langer aftrekbaar zijn als beroepskost.
Het gevolg? Jouw wettelijk pensioen stijgt, dus jouw aanvullend pensioen zal aanzienlijk moeten dalen om onder de 80%-grens te blijven. En zo dus ook jouw fiscale aftrekbare premie, die je in rekening kan brengen in jouw vennootschap.
Als jongere bedrijfsleider bent je het hardst getroffen door deze hervorming. Tijdens jouw toekomstige activiteitsjaren zal je kunnen bouwen aan een hoger wettelijk pensioen. Anderzijds wordt de opbouw van jouw aanvullend pensioenkapitaal via de vennootschap zwaar ingeperkt.  

De nieuwe berekeningswijze

Vanaf 1 januari 2021 moet het wettelijk pensioen proportioneel bepaald worden in de berekening van de 80% grens. Dat houdt in dat voor de jaren:
– vóór 1 januari 2021, waarin je een vennootschap had, 25% de vuistregel is.
– vanaf 1 januari 2021, waarin je een vennootschap had, 50% de vuistregel is.

De nieuwe berekeningswijze gaat retroactief in vanaf aanslagjaar 2022.

Om de concrete gevolgen aan te tonen voor jongere bedrijfsleiders, sluiten we af met een voorbeeld.
Als 22-jarige beslist je om zelfstandige te worden. Je richt jouw eigen vennootschap op na 10 loopbaanjaren en gaat op wettelijk pensioen op 67-jarige leeftijd. In dit voorbeeld is jouw bruto jaarbezoldiging 60.000 EUR. De gewijzigde berekening van het wettelijk pensioen binnen de 80%-grens heeft een duidelijke impact. Je zal 95.178,87 EUR minder aanvullend pensioen kunnen opbouwen via jouw vennootschap.

Onderneem actie

Een herberekening van jouw maximaal aanvullend pensioenkapitaal is onvermijdelijk. Stap dus naar jouw PIA-expert in de buurt en bekijk samen hoe je de volledige fiscale aftrek van de premie in jouw vennootschap kan behouden.

Meer weten over onze diensten?

We helpen je graag verder.

Contacteer ons